ONTSTAAN

geschiedenisAlgemeen wordt aangenomen dat India de bakermat is van het badminton, omdat daar het spel POONA, waarschijnlijk genoemd naar de stad Poona, die ongeveer 50 kilometer van Bombay ligt, werd beoefend. Engelse officieren introduceerden het spel, waarmede zij in India kennis maakten, in Engeland en omstreeks 1873 werd het spel intensief beoefend op het landgoed van de Hertog van Beaufort in Gloucestershire. De naam van dat landgoed was BADMINTON en aangenomen mag worden dat de naam van het landgoed is overgegaan op het spel. Uit oude schilderijen staat vast dat men het spel toch ook in Europa al kende en vermoedelijk werd het onder verschillende namen beoefend. Ken Davidson, een toenmaals bekende Amerikaanse badmintonautoriteit, die zich in de geschiedenis van het badminton heeft verdiept, kwam tot de ontdekking dat het spel reeds in de 12e eeuw in Engeland werd gespeeld, terwijl men ook in Frankrijk het spel "jeu de longue plume" al in de middeleeuwen kende. Er bestaat een schilderij uit de 17e eeuw van Adam Menyoki, waaruit blijkt dat het spel met een klein racket en een soort shuttle werd gespeeld. Die shuttle stond vroeger bekend als pluimbal. Een goed Nederlands woord voor Badminton zou dus "pluimbal" zijn.

Spelregels

In 1877 verschenen er spelregels in boekvorm van de hand van Kolonel H.O. Selby in Karachi. Ondanks het feit dat er nu spelregels bestonden, werd het spel toch op uiteenlopende wijzen beoefend. In sommige streken werd het spel door twee personen gespeeld, die de shuttle heen en weer sloegen en verplicht waren op dezelfde plaats te blijven staan. Elders speelde men met 3 of 5 man aan elke kant van het net. Zelfs was dit rond 1910 nog het geval. Sindsdien zijn de spelregels herhaaldelijk gewijzigd en aangepast, vooral nadat het badminton zich ontwikkelde tot specifieke zaalsport. Het speelveld zoals wij dat kennen, is niet de oorspronkelijke vorm. In de tijd dat het badminton in Europa, of liever in Engeland, opgang begon te maken, kende men nog geen sporthallen. Wel had men in de kringen waar het badminton beoefend werd de beschikking over grote landhuizen met zalen van "kamers-en-suite". Alleen had het veld dan, als gevolg van de suitedeuren en mogelijk kasten aan weerszijden, de vorm van een zandloper. Als bewijs hoe een bepaalde spelregel zich kon handhaven, ondanks het feit dat de reden waarom die spelregel werd opgesteld, niet meer bestaat, moge een voorbeeld uit de spelregels van september 1968 aangehaald worden: Spelregel 17a zegt o.a. "Het is goede terugslag als de shuttle BUITEN een der palen om, OP of BINNEN de grenslijnen van het tegenoverliggende speelhelft valt". Probeert u het eens?


Share this page